Brand

In de nacht van 11 op 12 maart 1702 sloeg tijdens een zwaar onweer de bliksem in de toren en de kerk. De toren brandde uit, de spits met het kruis viel naar beneden. Ook enkele huizen in de nabijheid gingen in vlammen op. De kleine gereformeerde gemeenschap had geen geld om de kerk te herbouwen, terwijl de toren pas in de jaren 1737/1738 kon worden gerestaureerd. De gereformeerden gebruikten sindsdien het onderste gedeelte van de toren om er hun godsdienstoefeningen te houden.